Odisee | ECTS
[PRD][v1.3.0.0]
ECTS OLR & Kerndoelen

Opleidingsonderdeel (OPO): Onderwijskunde 2.2 (OO3119)

Academiejaar:


Opleidingsspecifieke leerresultaten

1.   De Educatieve Bachelor in het Lager Onderwijs creëert krachtige leeromgevingen. Dit betekent dat hij doelen afstemt op de beginsituatie van de lerenden en de context van de klas/school, rekening houdend met de eindtermen. Hij concretiseert inclusief onderwijs zodat elke lerende maximaal leert en ontwikkelt. Hij zoekt binnen het schoolteam ondersteuning wanneer er zorgen zijn over het ontwikkelingsverloop.

3.   De Educatieve Bachelor in het Lager Onderwijs heeft inzicht in de brede ontwikkeling van het lagere schoolkind. Hij beheerst, actualiseert, verbreedt en verdiept zijn inhoudelijke, didactische en pedagogische expertise binnen alle leergebieden van de eindtermen. Hij wendt deze geïntegreerd aan. Hij gebruikt een correcte en uitdagende taal die de lerenden tot verdere ontwikkeling stimuleert.

11.   De Educatieve Bachelor in het Lager Onderwijs realiseert zijn opdracht vanuit de gepaste beroepshoudingen.



Kerndoelen

1.3   Selecteert doelgericht leerinhouden en leerervaringen.
2.0   Doorgroei
1.4   Structureert leerinhouden en -ervaringen tot een samenhangend geheel.
2.0   Doorgroei
1.9   Geeft leerinhouden en -ervaringen in horizontale en verticale samenhang vorm en bewaakt die samenhang.
2.0   Doorgroei
1.12   Zet leer- en ontwikkelingsprocessen op vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
2.0   Doorgroei
3.3   Wendt de verworven expertise met betrekking tot leergebieden aan op een geïntegreerde manier.
2.0   Doorgroei
11.1   Beslissingsvermogen: durft een standpunt in te nemen of tot handeling over te gaan en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen.
2.0   Doorgroei
11.4   Leergierigheid en eigenaarschap: is nieuwsgierig, zoekt actief naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen en neemt het leren in eigen handen.
2.0   Doorgroei
11.5   Organisatievermogen: is erop gericht de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden.
2.0   Doorgroei
11.8   Flexibiliteit: past zich aan wijzigende omstandigheden zoals middelen, doelen, mensen en procedures.
2.0   Doorgroei
11.9   Creativiteitszin: denkt out-of-the-box en is erop gericht dit bij lerenden te stimuleren.
2.0   Doorgroei
11.10   Speelsheid: zich enthousiast tonen en aansluiting vinden bij de leef- en belevingswereld van de lerende.
2.0   Doorgroei